Dertigersdip
Ooit heb ik voor een challenge geprobeerd om drie dagen niet te klagen. Dat lukte niet. Nou, ik weet inmiddels waarom!
Zat bij de kapper en moest daar even wachten dus bladerde wat door zo’n vrouwenblad. En ineens viel mijn oog op een artikel. En daar was het dan. De verklaring voor alles!
Ik heb namelijk een dertigersdip. Dat stond er, dus het zal wel zo zijn. Ik heb in ieder geval alle symptomen. En doordat die diagnose nu bekend is, is de helft van de dip als sneeuw voor de zon verdwenen. Want ik kan er blijkbaar helemaal niks aan doen dat ik over alles loop te klagen. En dat weten lucht zo op!
Ik ben de dertig al even gepasseerd. 14 maart was ik jarig en toen werd ik dertig-en-een-beetje. Om precies te zijn. De dertigersdip is een hele hippe, nieuwerwetse ziekte die je tussen je 25e en 35e kunt krijgen. Vroeger hadden mensen deze ziekte ongetwijfeld ook, maar toen had ie nog geen naam. Nu gelukkig wel!
Als ik nu loop te zeiken over onbelangrijke dingen en iemand zegt dat ie me ’n chagrijnige trol vindt dan roep ik gewoon: ‘Jahaaaa, maar ik heb toch een officiële diiiihiiiip!’ Met zo’n diagnose geeft dat ineens veel meer begrip. Denk ik…
Die dertigersdip komt bij mij wel wat laat opzetten, maar dat is niet zo gek, ik loop mijn leven lang al een paar jaar achter leeftijdsgenootjes aan te hobbelen.
Toen we een jaar of vijftien waren, gingen vriendinnetjes vrijdagavond bij disco Tijs achter de mannen aan. Naja, achter de jongetjes… Dat deed ik ook wel, maar ik kon dan stiekem al niet wachten tot het weer zaterdag was en ik weer met de jongere buurkindjes kon gaan knikkeren. Toen dezelfde vriendinnetjes later huizen gingen kopen en samen gingen wonen, studeerde ik nog, had geen rooie rotcent en wisselde nog wel eens van vriendje. Toen ik jaren later ging samenwonen, kregen zij kinderen. En nu ik dan ook wel graag kinderen zou willen, gaan die van hen al bijna weer naar disco Tijs.
En die dertigersdip die zij waarschijnlijk al lang achter de rug hebben, daar zit ik nou blijkbaar midden in.
Hoewel ik nooit jaloers ben geweest op de kortere doorlooptijd van hun levensplanning, begin ik dat nu wel steeds meer te worden. Of misschien niet eens zo zeer op die planning, maar meer op hun ogenschijnlijke stabiliteit. Bij de doorsnee Nederlander schijnt die onrust op te laaien rond je 25e en de rust terug te keren na je 35e.
En daar ben ik jaloers op. Op zo’n heel gestructureerd leven en dat je dat dan gewoon prima vindt. Dat je elke morgen een boterham met een plakje kaas eet en elke zes weken naar de kapper gaat. Dat je in de eerste week van de bouwvak acht dagen naar een vakantiepark gaat en je in februari je belastingaangifte al gedaan hebt. Dat je nooit je kinderen vergeet van school te halen en elke tweede dinsdag van de maand je ramen lapt. Dat tassen na een vakantie meteen worden uitgepakt en als je een paar schoenen zoekt dat die twee dan gewoon naast elkaar ergens staan. Dat als de tafel vies is je even een doekje pakt en niet je mouw. Dat als je je auto ergens parkeert, dat je dan vanzelfsprekend ook je lampen uit doet. Dat je een vuilniszak gewoon vervangt als die vol is en niet begint te stapelen naast de vuilnisemmer. En dat als het toiletpapier op is, je dat ontdekt voordat je bent gaat zitten. En dat je carnavalspak niet op 30 april nog steeds op de trap ligt te wachten tot iemand hem naar zolder brengt. En als de bloemetje in huis al lang verlept zijn, je dat dan gewoon even opruimt…
Zucht… Wat lijkt me dat een mooi leven…
Of moeders die vol overgave hun hele leven rondom de kinderen inrichten, dat vind ik ook zo bewonderenswaardig! Ik zit zonder dat er een baby is al te googelen hoeveel er precies in een backpack passen. Raak in de stress als ik me bedenk hoe dat dan met m’n werk moet. En hoe stuur ik zo’n kind in godsnaam op een normale manier naar volwassenheid toe, als ik zelf de weg al niet weet? En wanneer doe ik dan al die andere dingen die ik ook nog wil, als ik nu al in paniek raak van ieder nutteloos besteed uurtje? Man man man.