Er knaagt iets
De zomer is alweer even afgelopen, maar man wat hou ik van die zomer! Alles lijkt zoveel makkelijker te gaan met blote armen. In de winter voel ik eigenlijk altijd gejaagdheid. Aan het einde van mijn werkdag zie ik als een berg op tegen de avond. Wat een lijdensweg! Dat begint al met het in het donker naar huis rijden. En met een beetje pech mag ik daarvóór nog eerst m’n ruiten krabben. Thuis flikker ik een paar eieren in de pan en dat noem ik dan een avondmaaltijd. Bij voorkeur smijt ik direct na het eten de kinderen in hun bed. En daarna zit ik voorover gebogen met mijn hoofd in mijn handen te bedenken hoe ik Stephan ga vertellen dat ik zelf eigenlijk ook wel naar bed wil. En dat hij dan met één zo’n opgetrokken wenkbrauw m’n ellende nog wat extra kracht bij zet.
Maar dan de zomer! Ik word er zo gelukkig van. Na het avondeten organiseer ik nog een uitgebreide discoavond voor mij en m’n dochter. Veel te laat stop ik ze fluitend in hun fris gewassen bedjes. Ik lees verhaaltjes voor, vrij nog wat met hun knuffels en ren rondjes om hun ledikantjes terwijl ik een Boeing 747 na doe. Daarna spring ik vol goede moed onder de douche, fiets naar het terras en daar zit ik dan de hele avond gelukkig te zijn. Stef belt of ik niet eens een keer naar bed zou gaan. En dat ik dan met één zo’n opgetrokken wenkbrauw zijn verstandige voorstel belachelijk maak. En toch… Toch begint er aan het einde van de zomer al iets te knagen.
De overgang naar de herfst is nooit mijn beste periode. Het afscheid nemen van mijn slippers valt zwaar, de ijssalon gaat dicht en alsof dat nog niet erg genoeg is wordt de tijd verzet. De wereld lijkt even één grote duisternis. Maar dat went wel. En uiteindelijk kan ik toch ook wel weer van de herfst genieten. Ik kan m’n corpulente lijfje weer in grote vesten hijsen en met m’n dochter in de plassen dansen. En toch… Toch kan ik er niet écht van genieten.
Naarmate de herfst vordert voel ik hoe die spanning steeds meer bezit van me neemt. Ik weet het gaat weer komen en er is geen ontkomen aan! Want altijd ergens in de herfst. Is er iemand die het vraagt. Wat doen we eigenlijk met kerst?
Deze column is eerder gepubliceerd in ’t Luutke – editie 17, jaargang 2017