Slaapschaap
Onze kinderen zijn fantastische slapers. Allebei. We leggen ze ’s avonds om zeven uur in bed en ’s morgens na zeven uur horen we ze pas weer. De keren dat ze daartussen wakker zijn, zijn zeldzaam. Tot een paar weken geleden tenminste.
Sindsdien is er iets veranderd. Vaak begint er rond zes uur al eentje te roepen dat-ie uit bed wil. Ja, ik weet dat er ook ouders zijn die al jááááren slecht slapen, en dat er ook kinderen zijn die al om vijf uur wakker zijn. Rot voor jullie. Écht! Helaas voor ons werkt jullie ellende niet verzachtend voor ons probleem. Na een dikke week was ik er al helemaal klaar mee (geduldig als ik ben). Het is fijn dat er voor dit soort wereldproblemen Google bestaat. Na een uurtje klikken en lezen bestelde ik een slaaptrainer. Eigenlijk is een slaaptrainer gewoon een wekker, maar als je een wekker een slaaptrainer noemt kost ie € 35,- .Labiele moeders zoals ik kunnen in hun waas van onzekerheid niet meer logisch nadenken en kopen hem toch wel.
Ik gaf hem als schoencadeau. Dat was natuurlijk belachelijk. Van de ene kant omdat het een veel te groot cadeau was voor een schoencadeau, en daarbij wou ik dat ding gewoon zelf. Mijn kind wil gewoon speelgoed. Dus toen ze de volgende ochtend hun cadeautjes uitpakten zag ik enige teleurstelling bij Dize. Haar broertje had een fantastisch autootje van € 0,50 en zij een stom slaapschaap van € 35,-. Ik voelde me een trut.
Gedurende die dag riep ik zeker 273 keer dat ik het zo’n fantastisch mooi, maar vooral ook stoer slaapschaap vond. Dat werkte. Toen ze die avond met het schaap onder de arm naar haar kamer ging voelde ze zich een echte baas. Ik legde haar uit dat het schaap de volgende ochtend eerst oranje zou worden en daarna groen. Als het schaap groen is gaan zijn ogen open en dan mag je eruit. Het werkte. Precies om zeven uur hoorden we een keihard: ‘Jaaaaahhh!!” uit haar kamer schallen. Een seconde later kwam ze stralend onze kamer in rennen. We waren TROTS. Echt overdreven trots. Dat zijn ouders namelijk nogal snel een keer.
Maar de volgende ochtend was de nieuwigheid er blijkbaar al af. Om half zes hoorde ik d’r roepen: ‘Mamáááááhhh! Hoe laat wordt mijn schaap nou eindelijk groeeehoooeeeenn?’. Grrrrrrrr!!! Rotschaap! Verdomme € 35,- dat kreng. Ik voerde die ochtend een stevig gesprek met mijn dochter. Ze beloofde me dat ze voortaan niet meer zou roepen voordat het schaap groen is.
Als wij die avond zelf naar bed gaan, kijken we gewoontegetrouw nog even bij de kinderen achter de deur. Dize heeft haar pyjama en onderbroek uit gedaan, haar deken heeft ze van zich afgeslagen. Opgekruld ligt ze in alleen nog een hempje in een enorme natte vlek in bed.
Ik heb haar vergeten een luier aan te doen. Ohh nee! Ik trek haar gauw bij me op schoot en vraag waarom ze ons niet riep. ‘Omdat mijn schaap nog niet groen was’.
Ach man! Ik bijt op mijn lip. Ik voel tranen branden. Om mijn gejaagdheid waardoor ik een luier vergeet. Om een zoveelste verkeerde keuze die ik maakte met dat schaap. Om de eisen die ik stel aan een driejarige. Om het feit dat we als ouders soms tekort schieten. Maar boven alles om dat koude, natte, stoere, veel te lieve kind in mijn armen. Die nacht is het muisstil in huis. Dize slaapt. Len slaapt. En ik? Ik lig wakker.
Deze column is eerder gepubliceerd in ’t Luutke – editie 18, jaargang 2019
Wat een superleuk artikel weer. Zo herkenbaar.